Onder
Scheveningen worden het vissersdorp, de zeehavens, de badplaatsen de
aangrenzende wijken verstaan. Het vissersdorp wordt voor de eerste keer genoemd
in de veertiende eeuw, maar bleef tot in de 19e eeuw bescheiden van
omvang. De bebouwing concentreerde zich lange tijd rond de Keizerstraat, de
huidige winkelstraat in de oude dorpskern. Nadat in 1818 het eerste badhuis was
geopend ontwikkelde zich naast het vissersdorp een badplaats, die rond 1900
internationale allure zou krijgen. Er verrezen in rap tempo grootschalige
voorzieningen, vooral hotels, waaronder het vermaarde Kurhaus, maar ook een
circus en de oude pier: het Wandelhoofd Wilhelmina.
Hoewel veel van de oude grandeur van de negentiende-eeuwse badplaats is
verdwenen valt er in Scheveningen nog genoeg te zien wat herinnert aan de oude
gloriedagen. Natuurlijk brengen we een bezoek aan het Kurhaus, maar ook aan het
oude circus, nu onderdeel van het Circustheater en de nieuwe Pier. Via de
recent vernieuwde boulevard komen we langs enkele historische pensions en
paviljoens. In één ervan is nu Museum Beelden aan Zee gevestigd, met aan de
boulevardzijde een prachtige bronzen beeldengroep van de Amerikaanse
beeldhouwer Tom Otterness, waarvan de grootste ruim 10 meter hoog is. We
besluiten onze tocht in het villapark Belgisch Park met haar karakteristieke
badplaatsarchitectuur met houten veranda’s, waar de sfeer van rond 1900 nog
duidelijk voelbaar is.