Den Haag is een stad met een veelzijdig karakter.
Enerzijds als hof- en regeringsstad met internationale aspecten; anderzijds met
een rijkdom aan historische bebouwing en groen. Ook vanuit stedenbouwkundig en
architectonisch oogpunt vertoont Den Haag een afwisselend beeld. Binnen de
singelgrachten zijn architectonische meesterwerken te vinden uit alle
stijlperioden en ontwikkelingen, van de gotiek uit de dertiende eeuw tot de
moderne bouwkunst van deze tijd.
Rond het historisch centrum ontstonden in de tweede
helft van de negentiende eeuw en de eerste helft van de twintigste eeuw nieuwe
woonwijken die een geheel eigen identiteit bezitten. Het ontstaan van deze
veelal groene wijken met hun duidelijk herkenbare eigen bouwstijl is een uniek
verschijnsel in ons land. Ook de duidelijke scheiding tussen ‘rijk’ en ‘arm’ is
typisch voor Den Haag. Deze scheiding wordt bepaald door de bodemgesteldheid:
op de zandgrond van de hoge strandwallen parallel langs de kust was het
comfortabel wonen en hier werden kapitale herenhuizen en villa’s gebouwd; op de
vochtige veengronden landinwaarts waren de woonomstandigheden aanzienlijk
minder en hier verrezen omvangrijke arbeidersbuurten.
Tot Den Haag worden ook het vissersdorp Scheveningen
en de in 1923 geannexeerde gemeente Loosduinen gerekend.